Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
groene breinbreker
groene breinbreker
04 september 2015

Kunnen boeren aan natuurbeheer verdienen?

Boeren verdienen nu niets aan natuurbeheer. En dat is de schuld van de overheid, volgens hoogleraar beleidswetenschappen John Grin (Universiteit van Amsterdam).

Groene Breinbreker: Kunnen gewone boeren van natuurbeheer  een verdienmodel maken?

Antwoord Grin: Prof. dr. Grin is gespecialiseerd in systeeminnovatie en kijkt met die ogen naar de landbouw. Hij sloot zich aan bij het duurzame kennisnetwerk van wetenschappers, Het Groene Brein. Grin vindt dat beleid moet volgen op wat er in de samenleving gebeurt. Dat gaat naar zijn mening niet snel genoeg. En dat geldt zeker ook voor de boeren die ook natuurbeheerder zijn, maar daar niet voor worden beloond, in financiële zin. Grin is verbonden aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, afdeling Politicologie, van de UvA in Amsterdam.

Grin: "Ver voordat de Rijksnatuurvisie 2014 ‘natuurinclusieve landbouw’ propageerde, bedachten ondernemende pioniers al verdienmodellen en experimenteerden daar naar hartenlust mee.

Ik noem drie soorten pioniers.

Sommige boeren hebben primaire productie als hoofdactiviteit, en houden daarbij beter rekening met de natuurlijke omgeving. Ze maken efficiënter gebruik van grondstoffen en zorgen voor minder effect van de bedrijfsvoering op de omgeving. Een voorbeeld is een melkveehouder die graag geniet van mooi melkvee in de wei en van jongs af aan vogelliefhebber is. Hij werkt zonder kunstmest, laat zijn koeien zoveel mogelijk natuurlijk gras eten, en doet aan weidevogelbeheer en ander agrarisch natuurbeheer, waarvoor hij betalingen ontvangt.

Anderen kiezen voor een model, waarin natuurbeheer in meer radicale zin integraal onderdeel is van de bedrijfsvoering: de natuur wordt gezien als kapitaal. Natuur wordt dus actief benut én geproduceerd – net als bij financieel kapitaal gebruikelijk is.  Daarnaast worden natuurwaarden gerespecteerd.  Denk aan een akkerbouwer die witlof teelt en rundvee inschaart in een natuurgebied. Zijn bedrijfsvoering is zo een vorm van circulaire economie: de witlofresten en de natuur leveren voer voor de dieren, het vee bemest de natuur. Hij heeft daar aardigheid in, en voelt zich geroepen tot rentmeesterschap. Door zijn ‘natuurvlees’ deels aan huis te verkopen, verdient hij extra. 

In de derde plaats zie je een enkele keer boeren die natuur- en/of waterbeheer als hoofddoel hebben. Zo is er een boerin die in een rivierstroomgebied een boerderij begon waarmee ze Natura 2000 doelen realiseert. Daarnaast ontzorgt ze  de waterbeheerder, bijvoorbeeld door geulen voor afwatering en overloop. Ook levert ze ‘gratis’ akker- en weidevogelbeheer, en zorgt ze voor aanleg van paden en andere ondersteuning van recreatief gebruik.

Maar deze dappere pioniers hebben het dus niet makkelijk. Dat heb ik geleerd uit bezoeken van het Landbouw Economisch Instituut aan deze ondernemers. In het project  Verdienmodellen Natuurinclusieve Landbouw leverde ik een bijdrage. Als de boeren er al, na aftrek van investeringen en onkosten, geld mee verdienen staat dat nauwelijks in verhouding tot de extra uren die ze moeten werken. Het blijkt lastig krediet te krijgen voor zulke investeringen: wat de bank niet kent, dat vreet-ie niet. De verwerkende industrie en de supermarkten stellen vaak scherpe eisen aan de prijsstelling, dus het vragen van een meerprijs voor maatschappelijke meerwaarde is problematisch. Alternatieve afzetkanalen  creëren blijkt bepaald niet eenvoudig te zijn.

Ook is er een kennisprobleem. Koplopers bedenken bepaalde opties op grond van ervarings- en praktijkkennis, en werken dat al experimenterend uit. Ze adviseren elkaar en wisselen opgedane kennis uit. Toch zouden velen graag meer, en meer onderbouwde kennis over een productieve wisselwerking tussen landbouw en natuurlijke omgeving zien. Dat zou doelgericht experimenteren en snel leren van ervaring eenvoudiger, en helpt risico’s klein te houden. 

Ook zit ruimtelijk beleid, met bijvoorbeeld zijn strikte functiescheiding, vaak in de weg. Dus is hier een rol weggelegd voor óók anderen, om een niche te creëren waarin verdere experimenteren én opschalen eenvoudiger wordt.

Wat moet er gebeuren, willen de verdienmodellen ook echt verdiensten gaan opleveren?

Natuurbeheerders, provincies en Rijk passen regels en richtlijnen meer op maat toe, of verlenen (voorwaardelijk, tijdelijk) vrijstelling. Banken en anderen maken financieringsconstructies voor dit type waardecreatie. Natuurbetalingen door natuur- en waterbeheerders worden voor de middellange termijn gewaarborgd. Het Rijk creëert een  programma voor ontwikkeling van funderende kennis en uitwisseling van praktijkkennis.”

Stel gratis uw eigen vraag

Dit is de tweede aflevering van de serie Groene Breinbrekers. Elke week zal op de website van P+ een praktijkvraag worden gesteld aan een van de 80 wetenschappers die aan het netwerk Het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl
 

Downloads

Meer info download je hier:

Grin over natuurbeheer (193 kb)