ICCO werkt aan het opzetten van kleinschalige krekelkwekerijen in de Oost-Afrikaanse landen Kenia en Uganda. Om op te eten.

Dat je sprinkhanen kon eten, dat wisten we. Larven van insecten ook. Heel erg voedzaam. Je kunt er op overleven. Maar die goeie ouwe Japie Krekel, het geweten van aartsleugenaar Pinokkio?

Voor Afrikaanse boeren tellen zulke Westerse sentimenten niet. Ook een krekel is voedzaam en met een krekelfarm is geld verdienen. En daarmee uit.

Door het opzetten van krekelkwekerijen creëren ICCO en haar partners voor kleine boeren en boerinnen een nieuwe manier om inkomen te genereren. De krekels zijn betaalbaar en gezond en de handel erin stimuleert de lokale markt. Dit Flying Food-initiatief is niet alleen vanuit economisch oogpunt interessant, ook om hun ecologische duurzaamheid zijn de beestjes interessant. Ze zijn namelijk veel efficiënter in de productie van dierlijke eiwitten dan bijvoorbeeld runderen.

In delen van Afrika zijn insecten al populair als voedsel. Maar ze worden over het algemeen handmatig in het wild geoogst. Dat maakt ze duur, seizoensgebonden en gevoelig voor uitsterven. Met het Flying Food- initiatief zijn ze straks het hele jaar door, tegen een redelijke prijs en in verschillende vormen beschikbaar. De keuze voor krekels heeft te maken met een aantal voordelen. Krekels zijn niet veeleisend wat betreft huisvesting en voedsel, ze zijn binnen acht weken geschikt voor consumptie en bevatten veel eiwitten en micronutriënten.

Momenteel zijn Bondo University College in Kisumu en ontwikkelingsorganisatie ADS, partner van ICCO, in het Kisumu district, bezig met het kweken van krekels in een laboratorium en marktonderzoek. “De eerste uitkomsten zijn positief”, meldt Marijke de Graaf, vanuit ICCO betrokken bij het project. ”Bondo University heeft met succes lokale krekels gekweekt, waarmee wordt bevestigd dat ook in Kenia krekels inderdaad goed te kweken zijn en niet veeleisend zijn qua huisvesting en voedsel. De volgende stap is het technisch trainen van boeren voor de opzet van een krekelkwekerij.”

Het uiteindelijke doel is de opzet van een duurzame waardeketen samen met kleine boeren, coöperaties en/of lokale ondernemers, zodat de krekels op grotere schaal gekweekt, gedroogd, vermalen en verwerkt kunnen worden tot meel, pap, koekjes, brood, samosa's of gehaktballen.

De kwekerijen zijn er nu nog niet. De komende drie jaar zijn uitgetrokken om de boerderijen op te zetten. “Het komende half jaar zetten we de eerste 25 pilot boerderijen op, waarbij ervaringen en geleerde lessen geregistreerd zullen worden. Vervolgens gaan we opschalen en nog meer boeren helpen bij het opzetten van een krekelkwekerij, coöperatievorming, verwerking en vermarkting. Het doel is een inclusieve waardeketen met 250 tot 500 krekelboerderijen”, aldus De Graaf.

ICCO over krekelkwekerijen