Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Groene Breinbreker
Groene Breinbreker
02 juli 2016

Schaalgrootte cruciaal voor slagen circulaire economie

Bedrijven die willen slagen in de circulaire economie moeten heel goed hun schaalgrootte kiezen. Voldoende aanbod van grondstoffen en hoogwaardige afzet van de gerecyclede materialen bepaalt de business case, stelt hoogleraar en oud -minister Jacqueline Cramer.

De agenda van oud-minister Cramer (1951) is bomvol. Heel actueel is haar betrokkenheid bij het aansluiten van de metropoolregio’s Amsterdam en Utrecht bij de transitie naar een circulaire economie.  Cramer is hoogleraar duurzaam innoveren aan het Copernicus Institute of Sustainable Development van de Universiteit Utrecht. Ze is ook aangesloten bij Het Groene Brein, de organisatie van meer dan honderd ‘groene’ wetenschappers.

Groene Breinbreker: Kun je op elke willekeurige plek in Nederland een fabriek voor het recyclen van oude matrassen beginnen?

Cramer: “Mijn adagium is: alle grondstoffenstromen die je lokaal hoogwaardig kunt terugbrengen in de kringloop, moet je lokaal houden. Maar het is wel verstandig eerst te onderzoeken of er voldoende schaal is. Je moet voldoende aanbod hebben, anders is er geen sluitende businesscase te maken. We onderzoeken voor matrassen nu of de schaal groot genoeg is wanneer je de metropoolregio’s Amsterdam en Utrecht aan elkaar koppelt. Maar dan nog: wat zit er aan materialen in die matrassen? Dat levert nu onvoldoende geld op. Het lijkt er op dat er voor het circulair maken van deze grondstoffenstroom een premie bij verkoop van nieuwe matrassen moet worden gevraagd, een verwijderingsbijdrage. Dat zal voor de aanbieders van dure matrassen niet zo’n punt zijn. Voor de prijsvechters  ligt dat misschien anders.”

Zijn er al voorbeelden van succesvolle lokale grondstofstromen? Cramer, zonder enig voorbehoud: “Met sloopafval uit de bouw moet je niet ver gaan slepen. Dat is zwaar en niet nodig. Je kunt het ook goed opslaan. Er is al snel voldoende volume om de businesscase rond te krijgen. De verwerking vraagt meestal geen speciale dure technologie. Door circulair te slopen kun je naar hoogwaardiger hergebruik. Het is zonde om het alleen als funderingsmateriaal te gebruiken. Bovendien kunnen onderdelen uit de bouw als product hergebruikt worden, bijvoorbeeld aluminium gevelelementen. Dat is natuurlijk uit milieuoogpunt beter dan het aluminium shredderen en recyclen.”

Kent ze een voorbeeld van een afvalstroom die om die reden niet snel lokaal gevestigd kan worden? Cramer: “Het terugwinnen van grondstoffen uit elektronica printplaten vraagt om hele speciale technieken. Dan kun je beter de elektronica apparatuur lokaal inzamelen, ontmantelen en sorteren op materiaalsoort, maar ergens op een centrale plek in het land hoogwaardig de metalen uit de printplaten terugwinnen. Het plastic zou je op meerdere plaatsen in het land hoogwaardig kunnen recyclen."

De bekende Milieustraten worden ook steeds verfijnder, signaleert Cramer. Naast de vaste containers voor groenafval, afvalhout, grond, ijzer en andere gelijksoortige materialen is er nog steeds de ‘restbak’, waar allerlei ongesorteerd afval in moet. “Ik gebruik het woord afval niet”, corrigeert Cramer: “Ook die container bevat nog steeds grondstoffen. Afvalverwerker Van Gansewinkel gaat nu ook deze beroemde restbak en het grofvuil dat op straat belandt, verder uitsorteren op plastic, metalen, hout en zeefzand. Met dat laatste kun je stoeptegels produceren. Dat kan op verschillende plekken in het land gebeuren.”

Nog een voorbeeld: 'niet meer draagbaar textiel', zoals ze het noemt. Cramer: “Wanneer je dat winstgevend wilt verwerken zul je voldoende volume moeten hebben. Dat betekent samenwerken op regioschaal. Wanneer gemeenten bereid zijn de niet meer draagbare textiel naar een centrale plek te brengen, gedacht wordt aan Almere, dan kan het daar worden gesorteerd op soort, vervolgens worden vervezeld en tot nieuwe vezels gespind. Hetzelfde geldt voor allerlei biomassastromen. GFT hoeft niet altijd verwerkt te worden tot compost, een laagwaardige toepassing. We kunnen er ook alle chemische stoffen weer uithalen zoals eiwitten en bio-aromaten. Dat vergt wel eerst het bijeenbrengen van investeerders die bereid zijn om als vervolg op succesvolle lab-testen een grootschalige pilot op te zetten. En het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden van inzamelaars, om voldoende schaal te bereiken.

Cramer verwacht dat de circulaire economie alleen al voor de Metropoolregio Amsterdam zo’n 4000 banen extra in 2025 kan opleveren. “Mogelijk zelfs 8000 tot 10.000 extra banen in 2030.”

Als allerhoogste agendapunt heeft ze het ‘voorkomen van grondstoffengebruik’ gezet: Refuse. Op de tweede en derde plaats komen Reduce en Re-use, verminderen van grondstoffengebruik en het opnieuw gebruiken van een product. Daarom richten de Metropoolregio Amsterdam en de regio Utrecht zich naast recycling van grondstofstromen  ook op het herontwerpen en hergebruiken van producten. Circulair inkopen en aanbesteden is een van de instrumenten daarvoor. 

Als allerhoogste agendapunt heeft ze het ‘voorkomen van grondstoffengebruik’ gezet: Refuse. Op de tweede en derde plaats komen Reduce en Re-use, verminderen van grondstoffengebruik en het opnieuw gebruiken van een product.

Dit is de prioriteitenlijst van de 10 R’s die Cramer hanteert:

1. Refuse: voorkomen van grondstoffen gebruik

2. Reduce: verminderen van grondstoffen gebruik

3. Re-use: opnieuw gebruiken van een product (tweede hands)

4. Repair: onderhouden en repareren van een product

5. Refurbish: opknappen van een product

6. Remanufacture: nieuw product maken van tweede hands

7. Re-purpose: product hergebruiken met andere functie

8. Renew: herontwerpen van producten met het oog op circulariteit

9. Recycle: zo hoogwaardig mogelijk recyclen van materiaalstromen

10. Recover: rest afval verbranden met energieterugwinning

 Heeft u ook een Breinbreker voor een van de wetenschappers van het Groene Brein? Mail ons!

Dit is aflevering 35 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week wordt op de website van P+ een praktijkvraag gesteld aan een van de 100 wetenschappers die aan Het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl

Downloads

Meer info download je hier:

Artikel van Cramer over metropoolregio Amsterdam (366 kb)