Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
gebroken autoruit
gebroken autoruit
19 mei 2015

Gebroken autoruit in tapijttegel Interface

Hier met die kapotte autoruiten. Interface gebruikt ze voor de productie voor tapijttegels. Een fraai staaltje circulaire economie.

Bijna niemand realiseert zich dat een autoruit uit twee lagen bestaat. Dat voorkomt dat er bij een botsing splinters glas in de ogen van de passagiers kunnen komen. De laag die de twee glasplaten onzichtbaar tegen elkaar houdt bestaat uit polyvinylbutyral (pvb). En daar is het de duurzame tapijtmakers van Interface om begonnen. Het kan de latex-laag in een deel van de types tapijttegels vervangen. Hergebruik van grondstoffen levert winst voor het milieu op.

Het ontwikkelen van deze coating kostte zeven jaar. “En het was extreem moeilijk”, zegt Ton van Keken. De Senior Vice President of Operations bij Interface, ziet het als een doorbraak. De latex-laag is nodig om garen aan de rug van een tapijttegel te binden. Latex is oorspronkelijk een natuurproduct, afkomstig van de rubberboom, maar hergebruik van grondstoffen is altijd nog vriendelijker voor het milieu. En de meeste latex is tegenwoordig synthetisch.

PVB (polyvinylbutyral) is ook een polymeer. De CO2-voetafdruk van PVB is 80 procent kleiner dan die van latex. Door de nieuwe innovatie stijgt het gebruik van gerecyclede of biobased grondstoffen van de tapijtfabrikant van 43 procent naar 66 procent. In 2020 wil het Nederlandse bedrijf 100 procent duurzame grondstoffen gebruiken.

Het proces van PVB-recycling is in samenwerking met Shark Solutions ontwikkeld. Volgens Shark Solutions zijn er genoeg autoruiten beschikbaar voor recycling. Jaarlijks vervangt 5 procent van de autobezitters zijn voorruit.

Er zou wereldwijd 1 miljoen kubieke meter aan PVB beschikbaar zijn voor recycling.

Interface liet al eerder opmerkelijke cross-industriële oplossingen zien. Van oude visnetten worden nieuwe tapijtgarens gemaakt. Een visafwerkend bedrijf in Spakenburg zorgt voor een deel van de bio-energie van de fabriek in Scherpenzeel.

Interface plaatste op YouTube een filmpje over dit proces