Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Thijs de la Court, foto Anne Hamers / P+
Thijs de la Court, foto Anne Hamers / P+
28 februari 2013

Eind maart duidelijkheid over saldering coöperaties

Verwarring alom, over de wijzigingen in de Elektriciteitswet, waardoor coöperaties straks een vergoeding krijgen voor levering. Eind maart weten we meer, verwacht Thijs de la Court van e-Decentraal.

Thijs de la Court geeft aan dat ambtenaren nu druk aan het schrijven zijn. Wethouder De la Court is een van de toppers van GroenLinks. Hij bracht het tot de cover van P+ en is nu ook weer diegene die aan de verwarring een einde maakt, volgens hem veroorzaakt door Peter van Vliet van de website duurzaamnieuws en Igor Kluin van Qurrent, bestuurslid van belangenvereniging De Groene Zaak.

Op dit moment kan simpelweg nog niet precies worden verteld hoe de Electriciteitswet in detail zal worden gewijzigd. Het ambtelijke voorstel moet eerst nog naar de minister, dan naar de Tweede Kamer en dan zal er pas duidelijkheid zijn.

Thijs de la Court is een van de lobbyisten in dit circuit en vertegenwoordiger van E-decentraal. Hij werkt met maar liefst zestien partijen aan de voorwaarden voor de nieuwe saldering. Hij stoorde zich zo aan de disinformatie op internet, dat hij in een blog de stand van zaken netjes op een rijtje zette. Het is een erg goed stuk, waarvan we de inhoud graag doorgeven.

Wij citeren eerst over de huidige speurtocht vol heikele keuzes, die over een maand tot resultaten zal leiden: “De eerste fase, waarin we nu zitten, speelt zich grotendeels ‘onder water’ af. Het is de fase van ambtelijke voorbereiding. Al onze informatie, berekeningen en twijfels komen daarin aan de orde. Of die informatie uiteindelijk in een voorstel van het kabinet komt, is een tweede. Ook de lijnen tussen Rijk en de ‘fossiele partijen’ staan, en zo hoort het ook, gewoon open. De departementen balanceren op hun evenwichtsbalken, met hun eigen dynamiek. Eind maart is het voorstel klaar voor de bestuurders, het kabinet. Pas dán wordt het een echt voorstel, gereed voor publiek debat.”

Waar gaat de discussie dan over over? Die blijkt onder andere te gaan over de interpretatie van het woord ‘nabijheid’, de plek waar de energie door een coöperatie wordt opgewekt. De la Court: “Wat is die ‘nabijheid’ nu? Onze alliantie vond Nederland eigenlijk wel een aardig formaat. Maar dat is natuurlijk niet wat met die ‘nabijheid’ bedoeld wordt. De auteurs van het regeerakkoord dachten meer aan buurtenergie. Een uitwerking die door de departementen genoemd wordt is een postcodegebied, met omliggende postcodes. Dat lijkt handig, want energiebedrijven kunnen daar makkelijk op administreren. Dan heb je de zo gewenste robuuste en fraudebestendige aanpak. We hebben hier stevige kritiek op. Die viercijferige postcodegebieden zijn te klein, met arbitraire grenzen. De gebiedjes zijn te klein om werkelijk een gezonde energiemix vorm te geven. Er ontstaat een heel lastige administratie met een brei aan gegevens. Wij stellen, als Nederland dan te groot is om ‘nabij’ te zijn, de gemeentegrens voor. Veel coöperatieve energieverenigingen gebruiken die grens, of vallen er iig goed binnen. Dat zou afdoende zijn. Ook onze definitie van nabijheid moet te controleren zijn. De gemeente kan daarbij behulpzaam zijn. De coöperatie moet de feitelijke administratie doen.”

Een ander lastig punt is de financiering, essentieel voor het welslagen van een coöperatie. In Maastricht viel het hele kaartenhuis van decentrale energie al om en sleurde coöperaties mee in de val. De regering stelde in het regeerakkoord dat er een fiscale regeling moet komen. De la Court heeft er zo zijn eigen gedachten over: “Met een belofte van een belastingkorting krijg je de financiering van je systeem niet rond en gaat je project niet van start. Elk jaar kan een belasting weer veranderen, afhankelijk van de politiek. Je hebt misschien wel een mooie generieke regeling voor iedereen, maar er gaat niet veel gebeuren. Want je hebt geen zekerheid. (-)  Wij, de partijen in onze Alliantie, denken dat het zinnig is hiervoor een alternatief te bedenken. Een Energiefonds Lokaal bijvoorbeeld. Een energiecoöperatie zorgt voor een certificering van de producerende installaties en dient jaarlijks haar declaratie (opgebouwd uit de collectieve korting op de energiebelasting) in. Een systeem in die vorm kan uitgewerkt worden en het contract dat daarvan de basis is geldt voor de economische afschrijf termijn van de installatie. Simpel, en dan kan je ook beslissen of je het een regeling met een ‘open eind’ maakt (vinden ‘wij’) of dat je een plafond instelt (dat zal een deel van de politiek wel willen).”

De la Court steekt zijn eigen voorkeuren niet onder stoelen of banken: “Voor de lange termijn zien de meesten van ons een heel ander systeem van energiebelasting als wenselijk. En vinden we dat stroom van onze eigen panelen en windmolens voor ons eigen gebruik gewoon niet belast moet en mag worden. Voor de korte termijn vinden we dat dit al zo zou moeten zijn. Proefprocessen en uitwerking van ‘real-time salderen’ zijn daar uitingen van. In het regeerakkoord is dat nog niet doorgedrongen. Daar staat dat lokale duurzame energie fiscaal gestimuleerd wordt “door invoering van een verlaagd tarief in de eerste schijf van de energiebelasting op elektriciteit”. Het PvdA en VVD kabinet heeft duidelijk die stap naar een ander belastingsysteem nog niet gemaakt. Hoog tijd om dat in SER verband stevig aan de orde te stellen.”

Kortom: wij bevelen deze blog van De la Court graag aan, voor iedereen die echt wil weten hoe de vlag er nu bijhangt.