Olieplatforms zijn voor 97 procent recyclebaar. Nederland ligt op korte afstand van het komende kerkhof aan 500 installaties op de Noordzee en moet de havens gereed maken voor deze miljardenoperatie.

Dat voorstel doet CEO Lieve Declercq van drinkwaterbedrijf Vitens in haar column in het Financieele Dagblad van afgelopen week. Declercq vindt dat oliemaatschappijen de verplichting hebben de 144 miljard die gereserveerd zijn voor sloop van de boorplatforms op de Noordzee ook daadwerkelijk in te zetten.

“Het hoort bij je rol als bedrijf en als aandeelhouder om integraal de verantwoordelijkheid te nemen voor de levenscyclus van je product”, stelt Declercq, die al eens op de cover van P+ stond. Haar aanmaning komt uit zorg voor het uitstelgedrag van de bedrijven die de olieplatforms hebben neergezet., olie- en gasmaatschappijen. “Stel je het besluit zo lang mogelijk uit onder het motto: wie dan leeft, wie dan zorgt? En worden straks de volledige kosten van de ontmanteling afgewenteld op de maatschappij?”

Sloop op land was ook de oplossing van de beroemdste aller boorplatforms, de Brent Spar. Shell berekende dat het beter zou zijn om deze installatie in de diepzee af te laten zinken. Door maatschappelijk protest, vooral van de kant van Greenpeace, leed Shell behoorlijke reputatieschade en besloot alsnog de installatie in Noorwegen uit elkaar te halen.

Twintig jaar later is het denken over de circulaire economie ver gevorderd. Ook olieplatforms, vervuild als ze zijn, worden nu gezien als bron van grondstoffen. Declercq noemt het ‘decommissioning’, ‘een terrein waar nog veel innovatie mogelijk is. En waar Nederland koploper kan worden’. Ze zegt dit, omdat haar eigen bedrijf ook in de Topsector Water zit en Nederland koploper is op het gebied van waterveiligheid.