Derde golf burgerinitiatieven zwelt aan
Voor de derde keer in de geschiedenis ontstaat een golf van burgerinitiatieven. De huidige zet stevig door en begon al voor de bankencrisis, volgens hoogleraar Tine De Moor op de bijeenkomst van DuurzaamDoor. Dit keer doen zowel oud en jong mee en zijn de collectieven wars van politiek.
P+ maakte een P+ Special over dit thema, dat een zenuw in de samenleving raakt.
De geschiedenis herhaalt zich, maar telkens net weer even iets anders. Die conclusie mag wel getrokken worden uit het betoog van prof. dr. De Moor, verbonden aan de Universiteit Utrecht met de leeropdracht ‘instituties voor collectieve actie in historisch perspectief’.
De Moor was de hoofdspreker op de manifestatie Duurzaam Door, waar ook het boek ‘Groene Breinbrekers’ van P+ en het Groene Brein werd gedoopt. Ook in dit boek staan voorbeelden van bijzondere nieuwe burgerinitiatieven beschreven, ondersteund door wetenschappers. Zo vertelt Thijs Bouwman over een collectief burgers en bedrijven dat samen de expolitatie van een zonnepark stukken goedkoper maakt, omdat er geen extra kabel naar een stroomverdeler tientallen kilometers verderop hoeft te worden aangelegd.
Er is alle aanleiding om terug te kijken nu de overheid zich terugtrekt uit de samenleving en mensen zelf weer publieke taken oppakken. In de zorg is deze ‘participatiemaatschappij’ nog het meest actueel, nu kinderen zich ontpoppen als ‘mantelzorgers’ voor hun bejaarde ouders, die niet in aanmerking komen voor een verzorgingstehuis. Maar natuurlijk zijn er ook overal duurzame energiecollectieven, die met zonneparken en windmolens taken overnemen die overheden vroeger aan hun energiemaatschappijen uitbesteedden.
“Denk ook aan de broodfondsen”, vulde De Moor aan, de oplossing die Zelfstandigen zonder Personeel (ZZP’ers) zelf bedachten omdat verzekeraars schreeuwend dure arbeidsongeschiktheidsverzekeringen aanboden en de centrale overheid het tot op de dag van vandaag volledig laat afweten. Je zult als ZZP-er maar langdurig ziek worden. Er is dan geen WW en geen Arbeidsongeschiktheidswet. Interen op reserves is het enige wat er op zit, totdat de spaarcenten op zijn en er bijstand kan worden aangevraagd. Het oude veld van bestaande overlegpartners als overheid, vakbonden en werkgeversorganisaties faalt volkomen op dit terrein en kraakt als een hangende deur. Lid van een politieke partij worden doet bijna niemand meer. Eigen oplossingen bedenken lijkt eerder te werken.
Zulke golven van bundelingen van burgers kunnen heel lang duren, stelde De Moor. De eerste duurde zelfs zes eeuwen, toen vaklieden zich verenigden tot gilden. De Nederlandse Waterschappen ontstonden, de eerste democratische lichamen van burgers die met elkaar de strijd tegen het water aan gingen. Nederland kreeg dijken en werd drooggelegd, molens bemaalden de nieuw gewonnen landbouwgebieden. De Moor stipt de sociale dimensie aan: “Ook kwamen er begijnhoven voor alleenstaande vrouwen.”
De tweede golf spoelde een eeuw geleden over ons land en duurde heel wat korter, van 1880 tot 1920, als reactie op de industrialisatie. De ‘sociale kwestie’ was een belangrijke bron van actie: slecht betaald werk, slechte huisvesting, slecht onderwijs, slechte gezondheid en geen toegang tot het democratische rechtssysteem door vrouwen. Arbeiders begonnen zich te bundelen om zo samen sterker te staan. Vakbonden ontstonden, de vroege voorlopers van de huidige FNV. Maar er ontstonden ook coöperatieve ziektekostenverzekingen, woningcorporaties. Ook de boeren deden aan deze trend mee, door eigen banken op te richten, zoals plaatselijke Raiffeissenbanken, de voorloper van de huidige Rabobank.
De Moor: “Kenmerk van deze golf was dat er een prijseffect ontstond: hogere lonen door arbeidscontracten. Maar er was ook een kwaliteitseffect: betere gezondheidszorg en onderwijs. Ook een kenmerk was toegankelijkheid: de nieuwe coöperaties stonden open voor zoveel mogelijk mensen.”
De huidige golf begon niet met de bankencrisis, zoals je zou verwachten. “Daarvoor al”, volgens De Moor. En alweer zijn er kenmerkende verschillen met de twee eerdere golven van burgerinitiatieven. “De levensduur van de collectieven is aanzienlijk korter, de duur van het lidmaatschap ook.”
Het lijken vandaag meer one issue gelegenheidsclubs, maar dat is volgens De Moor toch niet de belangrijkste karakteristiek. “Het is bijzonder dat ze multi-generationeel zijn, oud en jong sluiten zich aan. Ze zijn cross-ideologisch en niet politiek ingekleurd: mensen die op verschillende partijen stemmen werken samen aan een gemeenschappelijk doel. De coöperaties van vandaag zijn ook bereid risico te nemen en tijd te investeren in het bereiken van doelen. Men keert zich tegen de overprofessionalisering van de bestaande instanties. Denk aan de zorg en de energie.”
Boeiend effect van deze ‘transgenerationele coöperaties’ is het schuiven van geld naar generaties die dit het hardste nodig hebben. Een toekomstverkenning: “Zo zouden welgestelde grootouders kunnen investeren in de kinderopvang van hun kleinkinderen, door middel van overdracht van kapitaal naar hun kinderen.”
Het is ook niet een ontwikkeling die zich beperkt tot Nederland. De Moor verwacht volgend jaar 1000 gasten uit de hele wereld die zich bezig houden met deze nieuwe samenwerkingsvormen, ook wel ‘Practicing the Commons’ genoemd. De Moor roept uit praktijkervaringen uit Nederland in te dienen, zie PDF-download.
Meer over Practicing the Commons