Wereld van verschil tussen duurzame beleggingsfondsen
De duurzame beleggingsfondsen van de ASN Bank, Triodos, ING en RobecoSAM kennen nauwelijks overeenkomsten. Dat constateert ratingbureau Morningstar.
Morningstar onderzocht in deze ‘Week van het duurzame beleggen’ de portefeuilles van duurzame wereldwijde aandelenfondsen van de belangrijkste aanbieders in Nederland. Hoe duurzaamheid wordt geïntegreerd in de beleggingen van een fonds blijkt in de praktijk sterk te verschillen. Beleggers doen er goed aan te kijken hoe en waarin wordt belegd, vindt Morningstar, een gerenommeerd ratingbureau, dat deze week bovendien de Groene Stier uitdeelde aan het Water- en Milieufonds van de ASN Bank. Maar dat fonds blijft buiten dit onderzoek.
Volgens Morningstar-blogger Ronald van Genderen kent duurzaam beleggen vele tinten groen.”Om meer inzicht te krijgen in de kleur groen van het beleggingsproces legde Morningstar de portefeuilles van vier duurzame wereldwijd beleggende aandelenfondsen van Nederlandse fondshuizen naast elkaar. De beleggingen van ASN Duurzaam Aandelenfonds, ING Duurzaam Aandelen Fonds, RobecoSAM Sustainable Global Equity Fund en Triodos Sustainable Equity Fund zijn met elkaar vergeleken. De conclusie: geen enkel fonds is hetzelfde, er zijn zelfs nauwelijks overeenkomsten.”
De fondsen van ASN en Triodos lijken nog het meeste op elkaar en toch is niet meer dan 18,9 procent van de portefeuille identiek. De grootste onderlinge verschillen vertonen de portefeuilles van ASN en RobecoSAM, hier zijn slechts 5 procent van de beleggingen hetzelfde.
De verklaring? De ASN Bank en Triodos zijn gespecialiseerd in duurzame beleggingen en maken in hun beleggingsproces gebruik van strenge duurzaamheidscriteria. De ASN Bank sluiten zelfs complete bedrijfstakken uit, zoals de olie-industrie of financiële instellingen. RobecoSam heeft zelfs een flinke portefeuille in de traditionele energiebedrijven. De reden: ING en RobecoSAM maken beide gebruik van een 'best in class' methode. Hierbij worden bedrijven geselecteerd die het best scoren op duurzaamheid binnen hun sector. Voor ING is dat bijvoorbeeld het Noorse Statoil.
De vier fondsen hebben gezamenlijk 353 ondernemingen in portefeuille. Onderliggend betreft dit echter maar liefst 304 verschillende aandelen. Dit betekent dat slechts 49 posities overlap vertonen met een positie van een ander fonds.
Morningstar stelt: “Gezondheidszorg is wel een populaire sector bij duurzame aandelenfondsen. ASN en Triodos kennen deze sector een grote overweging toe in vergelijking met de MSCI World Index, terwijl ING en RobecoSAM licht overwogen zijn. Opvallend is dat alle vier de fondsen vooral uitgesproken posities hebben in de grote farmaceutische spelers. Zo kiest ASN voor Novartis, Merck & Co en Novo Nordisk. Die laatste naam komt ook terug in de portefeuille van Triodos. In die portefeuille komt daarnaast Roche bovendrijven als belangrijke positie. Deze Zwitserse farmaceut is overigens het meest populair - of wellicht het meest duurzaam - onder de beheerders, want ook ING en RobecoSAM beleggen hierin. RobecoSAM beperkt zijn keuzes binnen de sector gezondheidszorg tot slechts vijf namen, waarbij naast het genoemde Roche ook het Amerikaanse Pfizer een aanzienlijke weging in de portefeuille kent. ING kiest voor meer namen, maar ook hier zijn de grote spelers de zwaargewichten zoals Johnson & Johnson, Gilead en Eli Lilly.”
De beleggers zijn er goed mee, want puur op gezondheidszorg gespecialiseerde beleggingsfondsen, die er ook zijn, maken al vele jaren toprendementen. Ook dit jaar weer. De duurzame beleggingsfondsen profiteren dus verhoudingsgewijze mee. De rendementen zijn dan ook fraai dit jaar. Het duurzaamheidsfonds van de ASN Bank staat vandaag, 14 november 2014, op een rendement van 14,12 procent, gemeten sinds 1 januari. Het duurzaamheidsfonds van de ING zelfs op 15,74 procent. Maar het Health Care Fund van de ING steeg zelf 31,40 procent in waarde sinds het begin van dit jaar. Dat is niet veel slechter dan de gezondheidsfondsen van AXA, BlackRock, Polar of Vanguard, die stuk voor stuk nog enkele procenten hoger zitten.
Een ander belangrijk verschil is dat ASN Bank en Triodos wat meer kansen geven aan bedrijven die nog niet tot de reuzen van deze wereld horen: zogenaamde ‘large caps’. Triodos heeft de meeste sympathie voor de ‘mid-cap en small en zelfs micro-caps’: 27,6 procent van de portefeuille bestaat daar uit. Bij Triodos kijken de fondsbeheerders onder andere naar bedrijven in het universum die minimaal de helft van de omzet uit duurzame diensten en/of goederen haalt. Hiervoor geldt dat dergelijke ondernemingen vaak nog een beperkte marktwaarde hebben.
Het advies van Morningstar: “Voor duurzame beleggers geldt daarom dat zij goed hun huiswerk moeten doen voordat een keuze voor een fonds wordt gemaakt.”