20 Miljoen mensen tegen overstromingen beschermen
“Een mooi voorbeeld van het samenkomen van ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel.” Aldus Joke Brandt, secretaris-generaal op het ministerie van Buitenlandse Zaken, bij de ondertekening van de Blue Deal met 21 Nederlandse waterschappen. Doel van de overeenkomst is om in 2030 twintig miljoen mensen in verschillende stroomgebieden wereldwijd te beschermen tegen overstromingen, en te voorzien van toegang tot kwalitatief goed water. Tegelijkertijd moet de Blue Deal helpen de Nederlandse watersector internationaal beter op de kaart te zetten.
Bij de Indonesische havenstad Semarang is de afgelopen jaren met hulp van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en ingenieursbureau Witteveen+Bos een polder aangelegd met dijken en gemalen, die 100 duizend inwoners moet gaan vrijwaren van de frequente overstromingen. Er is een waterschapachtige organisatie opgezet voor het beheer, waaraan ook de burgers financieel bijdragen. De aanleg van de polder verliep met horten en stoten, maar wordt wel gezien als voorbeeld van het soort projecten dat waterschappen veel vaker willen gaan helpen uitvoeren.
De Blue Deal, waaraan ook het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat deelneemt, maakt langdurige partnerschappen mogelijk tussen waterbeheerders in Nederland en het buitenland, vooral in ontwikkelingslanden. Voor de coördinatie is een programmabureau ondergebracht bij de overkoepelende Unie van Waterschappen, onder de naam Dutch Water Authorities. De opzet is om kleine blue deals te sluiten met lokale waterbeheerders, in wie voldoende vertrouwen is om voor langere tijd samen te werken. Het streven is dat in tien tot twaalf landen te doen, waar de waterschappen ook nu al actief zijn.
Hein Pieper, dijkgraaf van Waterschap Rijn en IJssel en vicevoorzitter van de Unie van Waterschappen, wijst op de grote belangstelling vanuit het buitenland voor de waterschappen: “Wij ontvangen meer dan tweehonderd delegaties per jaar. Die willen vooral weten hoe wij onze watertaken organiseren. Onze eeuwenoude kennis is uniek in de wereld.”
Toch zijn internationale activiteiten bepaald geen kernactiviteit van de waterschappen, die er jaarlijks 8 miljoen euro (0,3 procent van hun totaalbudget) voor uittrekken. Hetzelfde geldt voor de Nederlandse drinkwaterbedrijven, die een jaar geleden al een vergelijkbare Blue Deal met Buitenlandse Zaken sloten. Drinkwaterbedrijven en waterschappen werken met publiek geld, internationale activiteiten liggen daarom politiek gevoelig. De steun van de overheid stelt hen in staat al lopende projecten de komende jaren verder uit te breiden.
De Blue Deal moet ook de internationale expansie van de watersector internationaal ondersteunen. Water is een van de Topsectoren in het overheidsbeleid en speerpunt in de gecombineerde aanpak van hulp en handel. Nederland heeft internationaal een goede reputatie, maar haalt wereldwijd van alle wateropdrachten toch maar 4 procent binnen. Het Nederlands bedrijfsleven profiteert nog te weinig van de explosief groeiende watermarkt, benadrukt ook Joke Brandt van het ministerie. “Deze Blue Deal moet een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de private sector in de betreffende landen, en ook voor ons eigen bedrijfsleven een netwerk en een marktpositie opbouwen.”
Tegelijk waarschuwt ze de waterschappen “niet naïef” te zijn. “De Nederlandse aanpak is niet één op één naar het buitenland te kopiëren. Er is altijd een vertaalslag nodig naar de lokale context. Professionalisering van de buitenlandse inzet van de waterschappen is noodzakelijk, resultaten bereiken in ontwikkelingssamenwerking is echt een vak.” Nauwe samenwerking tussen de waterschappen en de ministeries en ambassades ter plaatse ligt daarom voor de hand.
Webtip Unie van Waterschappen over Blue Deal
Een bericht van Hans van de Veen