Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
België grootleverancier hout aan Nederland
België grootleverancier hout aan Nederland
16 april 2023

Alweer een winter verloren voor bosuitbreiding

Met de komst van de lente is de tijd van bomen aanplanten weer voorbij. Alweer is een compleet seizoen verloren gegaan om tot grootschalige bosaanplant in Nederland te komen, zo constateert directeur Mark van Benthem van Stichting Probos.

Nederland kent sinds 2020 op papier een bossenstrategie. In 2030 moet er 37.400 hectare bos bij zijn gekomen, oftewel zo’n honderd miljoen bomen. “Met dat aantal hectares was vanaf de start van dit plan gerekend. Zo’n kleine 4000 hectare bosaanplant per jaar”, berekent Van Benthem (1975). 

Van Benthem: “Natuurlijk is er een aanloopperiode nodig. Dus vanaf vandaag gerekend zitten we al op een opgave van zo’n 5.000 hectare per jaar. Die doelstelling is ook afgelopen winter bij lange na niet bereikt. Wij schatten in dat sinds de publicatie van de bossenstrategie niet meer dan 1000 hectare nieuw bos is gerealiseerd, vooral in al bestaande natuurgebieden. We liggen in praktijk ver achter op schema. En zelfs op papier wordt het doel niet gehaald, wanneer je alle nieuwe provinciale plannen bij elkaar optelt. Dan komen we niet aan die 37.000 hectare. De plannen blijven steken op 30.983 hectare. Er moet echt een tandje bij.” 


Ook provinciale plannen schieten tekort

In een recent ‘Bosbericht’ van Probos wordt de stand van zaken gedetailleerd gepresenteerd. Volgens plan moet 15.000 hectare worden gerealiseerd binnen het Natuur Netwerk Nederland. Dit zijn alle bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden bij elkaar. De huidige plannen blijven op 13.857 hectare steken, ondanks de forse bijdrage van de provincie Noord-Brabant met 8000 hectare. 

Het verschil buiten de natuurgebieden is nog groter. Daar waar 19.000 hectare bos aangeplant moet worden, voorzien de huidige plannen in niet meer dan 11.152 hectare. Alweer is Noord-Brabant de Best Practice, met 5.000 hectare. Het bosrijke Gelderland is blijkbaar van mening dat er al genoeg bomen in de provincie groeien, want wil buiten de natuurgebieden niet meer dan 0 hectare (!) aan jonge bomen aanplanten.


Een miljoen bomen van Marjan

Het zijn teleurstellende cijfers, die haaks staan op het enthousiasme over initiatieven als de ‘mini-forests’ van IVN-medewerker Daan Bleichrodt, die werd uitgeroepen als Greenfluencer 2022. Ook Marjan Minnesma van Urgenda weet heel veel particuliere grondbezitters aan te zetten tot het planten van bomen. Urgenda stelde er maar liefs 890.000 ('een miljoen') gratis ter beschikking in de actie 'MEERBOMENNU'. Ook de voedselbossen hebben een hoog aaibaarheidsgehalte. Toch telt Probos deze niet mee, en ook houtwallen, solitaire bomen en erfbeplanting niet. Het zijn ‘bomen buiten bosverband’. 

Uit de ‘Bosberichten’ over agroforestry: “Vaak is er al een naar verhouding behoorlijke financiering beschikbaar en komt het onder de noemer van functie-combinaties veelvuldig terug in de bossenstrategieën. Los van alle potentie die agroforestry heeft, zal dit in de regel niet voldoen aan de bosdefinitie en daarmee niet bijdragen aan uitbreiding van het areaal bos. De grond bij agroforestry behoudt ook de landbouwkundige bestemming.“


Bomen voor woningen planten

Maar het ‘papieren’ bossenbeleid van het rijk kent een nog veel groter gat. Het is zelfs zo groot dat iedereen wat verlegen reageert op de vraag: planten wij eigenlijk nog wel bomen aan om later huizen van te kunnen bouwen?

Toch geen vreemde vraag, want er wordt steeds meer ingezet op het bouwen van houten woningen en andere gebouwen. In plaats van met betonbouw CO2 uit te stoten slaan huizen van hout juist koolstof op, voor heel lange tijd. Een nieuwe technologie, CLT geheten (cross-laminated timber), maakt het zelfs mogelijk om met dwars op elkaar verlijmde houten panelen tot een kwaliteit te komen die vergelijkbaar is met die van beton. 

Een organisatie als Built by Nature zet zwaar in op de toepassing van zulke nieuwe technieken met natuurlijke materialen. Het was dan ook een goed idee geweest om in een Nederlandse bossenstrategie aandacht te besteden aan bomen die later geschikt zijn voor verwerking in de bouw. 


Duitsland grootste houtleverancier

Want: waar komen al die planken en balken nu vandaan? Voor het overgrote deel uit het buitenland dus. Van Benthem zocht het uit. Ruim 80 procent van het in Nederland verwerkte hout komt uit Europa, in 2021 4,6 miljoen kubieke meter bij elkaar. Duitsland is grootleverancier, met meer dan 1 miljoen kuub uit bijna 80 procent procent duurzaam beheerde bossen  - FSC- of PEFC-gecertificeerd. Zweden komt met ruim 800.000 kuub op de tweede plaats, gevolgd door België en de Baltische staten. 

Wat Nederland zelf aan hout voor de bouw levert ligt op hetzelfde niveau als de import uit Finland: rond de 390.000 kuub. De Scandinavische landen leveren vooral naaldhout. De import van CLT-producten moet nog op gang komen: producten voor massieve houtbouw bleven in 2021 op slechts op 50.000 kuub steken.


Gevecht om elke vierkante meter

Nederland is een klein en dichtbevolkt land. Om elke vierkante meter wordt gevochten. Is er eigenlijk nog wel plek voor nieuwe bosgebieden, waarin ook ruimte is voor ‘productiebomen’, waardoor een rijke biodiversiteit kan ontstaan? 

Van Benthem zette alle knelpunten op een rijtje. “Er kan geen bos neergezet worden op plaatsen die een woningbestemming hebben. Maar wel ernaast. Stroomgebieden van rivieren moeten vrij blijven, maar in de uiterwaarden en in beekdalen liggen wel kansen. Weidevogelbescherming en handhaving van cultuurhistorisch waardevolle open landschappen beperken de kansen voor bosuitbreiding, maar er zijn legio gebieden waar in het kader van de landbouwtransitie kansen komen voor andere landgebruiksvormen. Als die plannen maar eens concreet worden. Ondanks dat er belangrijke stappen gezet zijn sinds de lancering van de Bossenstrategie, wordt er nog steeds op elkaar gewacht, terwijl de tijd dringt. De huidige biodiversiteits- en klimaatcrisis schreeuwen ook om meer bomen en bos.”


Giga prijsverschil tussen landbouwgrond en bosgrond

Een andere bottleneck is het grote waardeverschil tussen landbouwgrond en bosgrond. Bouwland kostte in 2022 gemiddeld 85.000 euro per hectare . Zodra hier een bos op is geplant stort de economische waarde in tot ca. 10.000 euro. Subsidieregelingen voor bosaanplant voorzien in de compensatie van deze waardedaling, maar er is nog niet voldoende budget beschikbaar gesteld voor alle benodigde hectares. Interessant zijn dan wel de rekenmethodes van de nieuwe economie: CO2-compensatiebeprijzing, verwaarding van ecosysteemdiensten als het vasthouden van water en bevordering van de biodiversiteit. Of een nog hogere houtprijs in de verre toekomst.

Als het snel moet gaan, denkt Van Benthem aan andere niet-landbouwgebieden. “Recreatie- en natuurterreinen, waterbergingen, groenzones rond steden en dorpen. Maar uiteindelijk zal toch een substantieel deel van de nieuwe bossen op landbouwgrond geplant moeten worden.”