Is Kim Poldner de nieuwe Jan Jonker?
Ook zij is bevlogen over de circulaire economie. Ook zij is een wetenschapper die vernieuwend onderzoek combineert met actie in de praktijk. Emeritus-hoogleraar duurzaam ondernemen dr. Jan Jonker noemt lector ‘circular business’ dr. Kim Poldner een ‘grande nouvelle’; geweldig nieuws. Haar eerste wapenfeit: vanuit de Haagse Hogeschool rolt ze ‘circulair leren’ uit als een activiteit waar studenten vrolijk van worden.“Het idee dat je impact kunt maken geeft zoveel vreugde, energie, liefde, voldoening. Voor mij is het onderwijs een speeltuin, waarin we samen oplossingen voor de wereld bedenken.”
Kim Poldner (1978) wordt geportretteerd in de P+ Special ‘Circulair onderwijs is fun’. Poldner bleef haar eerste twee studies aan het Amsterdam Fashion Institute en Social Sciences aan de VU tijdens haar loopbaan combineren. Ze promoveerde zelfs op ondernemerschap in de duurzame mode-industrie aan de Universiteit van St. Gallen in Zwitserland, in 2013.
Ze is een verschijning die je niet snel vergeet. Die enorme bos rood haar. Die enorme lach. Die passie om haar studenten mee op reis te nemen, door de wondere wereld van de circulaire economie. Het was geen wonder dat een student in Wageningen haar vergeleek met Miss Frizzle, de docente wetenschap uit een tekenfilm. Hoe zij met haar Magic School Bus voorreed en daarna met kinderen het heelal in stoof om daar lessen over het zonnestelsel te geven.
Ja, het gaat ook haar om de fun, geeft ze toe in P+. Poldner: “Als ik geen lol had in het onderwijs, dan zat ik hier niet. We leven in een tijd met een enorme urgentie om problemen op te lossen. Tegelijkertijd nodig ik iedereen uit om daar onbevangen naar te kijken, het lichte te benadrukken. Het begint met het doceren dat er een andere werkelijkheid kan bestaan.”
Poldner representeert de tijdgeest, stelt directeur Antoine Heideveld van het wetenschapsnetwerk Het Groene Brein. Hij was de verbinder tussen de Haagse Hogeschool en het ministerie van IenW, dat dit jaar de focus op het onderwijs wilde zetten.
Heideveld was 23 jaar geleden een van de initiatiefnemers binnen de eerste lichting docenten die duurzaamheid een plek in het onderwijs wilde geven. “Ze hadden het moeilijk en kregen weinig steun binnen hun instituut. De studenten in die tijd hadden weinig realiteitszin. Veel van de plannen liepen dan ook vast op grote idealen. Als reactie kwam er een tweede golf van studenten die juist heel praktisch was en maakbare projecten begonnen. Zij hadden wel succes. Maar we realiseerden ons ook: wat zijn die successen waard zonder een groot plan, het grote verhaal? Wat je nu ziet is dat er een groep studenten opkomt die niet terugdeinst voor grote ambities omdat ze weten: door samenwerking te zoeken lossen we alle praktische problemen gaandeweg wel op. Dat zie je terug in de presentaties van de studenten die meededen aan de hackathon. Ze kiezen voor doel en middel tegelijk.”
Wat vindt oud-hoogleraar Jan Jonker van Kim Poldner als opvolger? “Ik ben heel positief. Zij is wat de Fransen noemen ‘grande nouvelle’, geweldig nieuws. Ze weet het onderwerp circulaire economie werkelijk op te pakken. Ze ziet ontwikkelingen en brengt die echt weer verder. Kim is sociaal gezien afschuwelijk vaardig. Ze trekt iedereen mee. Vrolijk. Opgewekt. Ik heb diepe bewondering voor wat ze aan de praktische kant doet met de circulaire economie, met haar pop-up shop in gebruikte kleding. Als lector heeft ze een langere tijd dan de gebruikelijke vier jaar gekregen om iets neer te zetten. Zo’n zes jaar is een bruidsschat. Waar ik nog op zit te wachten is hoe we nu toch het concept van de circulaire economie verder brengen. Stapels met rapporten, maar ze gaan allemaal over hetzelfde. Daarin vind ik het landschap nog wat leeg. In hetzelfde jaar dat de Fransen een levensduur verlengend logo op alle producten aanbrengen, komen wij met statiegeld op blikjes. Noodgedwongen, omdat de industrie zelf niet beweegt.”
Jonker organiseerde eerder een hackathon, waar P+ eveneens verslag van deed.
Het allerlaatste project van Kim Poldner, een interview met zwerfafval nummer 1, het mondkapje.