Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Minister Kajsa Ollongren klimaatspijbelaars
Minister Kajsa Ollongren klimaatspijbelaars
21 juni 2019

Ollongren agendeert regie van het Rijk

Wie beslist over de inrichting van toekomstig Nederland? Is de centrale overheid nog wel sturend, sinds gemeenten steeds meer uitvoeringstaken hebben gekregen? Die vraagt doemt op, nu minister Kajsa Ollongren deze week het ontwerp voor de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) heeft gepresenteerd. De noodzaak voor een strakke regie is er beslist, nu projectontwikkelaars pogingen doen om op kosten van de gemeenschap honderden weidelandschappen vol te zetten met zonneparken. De minister van Binnenlandse Zaken gaf in Vijfhuizen ook de urgentie van beleid aan: “Het is lang geleden dat we in Nederland naar de Ruimtelijke Ordening hebben gekeken.” Op de website van de NOVI blijkt dat ze de rol van het Rijk toch vooral als die van een samenwerkingspartner te zien, niet als die van eindbeslisser. Alleen als het niet anders kan, wil ze vanuit het Rijk ‘instructieregels’ opstellen.

"Want wat we juist niet moeten doen, is alle keuzes vanuit Den Haag voorschrijven", aldus Ollongres in haar toespraak. Toch heeft ze wel degelijk keuzes. Bijvoorbeeld over 'onze prachtige landschappen'. "Die blijven we koesteren en zo goed mogelijk verder ontwikkelen. Door te kiezen tegen verrommeling, voor kringloopbouw en voor natuur. Bedrijbven en distributiebedrijven op slimme plekken in clusters bij elkaar."

Minister Ollongren ontving bij de presentatie van de NOVI een brede vertegenwoordiging van stakeholders, die ieder een belang hebben bij de toekomstige inrichting van Nederland. Naast een wethouder, een Gedeputeerde, een gebiedsontwikkelaar  en een innovatieve boer waren ook de ‘klimaatspijbelaar’ Stijn Warmenhoven en Sven Alkemade van de Nationale Jeugdraad uitgenodigd, als vertegenwoordigers van de toekomst. Zij maakten op het podium een selfie met de minister.

De rol van het Rijk kan volgens Ollongren verschillend zijn, ‘afhankelijk van de opgave, het gebied de context en de gewenste interactie met andere overheden en de samenleving’.  Bij de uitvoering van de NOVI onderscheidt ze zelfs drie verschillende rollen.

We citeren de website van de NOVI.

+ Samenwerkend
Gemeenten, waterschappen en provincies zijn primair verantwoordelijk voor de leefomgeving. Het Rijk werkt samen met andere overheden en maatschappelijke partijen. Het Rijk zet voor het borgen van nationale belangen primair in op een samenwerkende rol, in partnerschap met medeoverheden en de samenleving. Enerzijds door allianties bij elkaar te brengen (regisseur, spelverdeler), anderzijds als partij aan tafel (gelijkwaardig partner).

+ Faciliterend
Het Rijk biedt ruimte voor en zoekt aansluiting bij initiatieven van anderen. Het brengt deze als dat nodig en gewenst is verder en stimuleert nieuwe samenwerkingsvormen, innovatie, (kennis)ontwikkeling en transitie. Het Rijk heeft een rol als verbinder, mediator, expert, kennismakelaar en begeleider. Bijvoorbeeld door het organiseren van gebiedsdialogen, aanbieden van ontwerpateliers, financiering door stimuleringssubsidies en het bieden van experimenteer- en innovatieruimte.

+ Sturend en kaderstellend
Als het nationale belang of de specifieke opgave niet alleen door samenwerken en faciliteren effectief kan worden opgepakt, kan de rol van het Rijk ook meer sturend en kaderstellend zijn.  Het Rijk stuurt dan op de nationale belangen en doelen via:

+ het realiseren van projecten vanuit de eigen verantwoordelijkheid;

+ het aanwijzen of uitsluiten van gebieden voor bepaalde doeleinden (bijvoorbeeld nabij defensieterreinen, infrastructuur, Natura2000, nationale parken), vanuit (inter)nationale kaders;

+ normstelling en grenswaarden (zoals bijvoorbeeld eisen voor omgevingsveiligheid en normen voor geluid, waterkwaliteit, omgevingsveiligheid en luchtkwaliteit) beperkingen opleggen; 

+ het met instructieregels sturen op (on)gewenste ontwikkelingen.

Samenvattend over de nieuwe rol zoals Ollongren die voor zich ziet: “Het Rijk geeft dus ruimte en richting, werkt samen en faciliteert waar het kan, en stuurt waar het moet.”

De achtergrond van deze opvatting: in de loop van de jaren zijn tal van centrale overheidstaken naar lagere overheden gedelegeerd.  “De regio is in toenemende mate de meest relevante schaal om opgaven voor de fysieke leefomgeving op te pakken en samenhangende keuzes te maken. Volgens de sturingsfilosofie van de Omgevingswet staan gemeenten primair aan de lat voor de algemene zorg voor de fysieke leefomgeving. De waterschappen hebben de functionele zorg voor het waterbeheer. De provincies hebben voor de fysieke leefomgeving een duidelijke wettelijke taak en verantwoordelijkheid.”

Tegelijkertijd is er ook ‘omhoog’ veel Haagse daadkracht aan Europa doorgegeven. “Daarnaast is er bij veel opgaven ook een internationale component, die samenwerking vraagt met buurlanden of partners op Europees en mondiaal niveau. Het EU-beleid laat zien dat dit, net als bij de afspraken die gemaakt zijn in Parijs en New York, bij opgaven op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaat nadrukkelijk het geval is. Hetzelfde geldt ook voor opgaven met betrekking tot bijvoorbeeld de grote rivieren, lucht- en scheepvaart.”

In de voorbesprekingen met tal van organisaties over de NOVI was er dan ook zorg dat er vanuit Den Haag helemaal niet meer ingegrepen zou worden, wanneer landschappen door ontwikkelingen bedreigd zouden worden. Die kritiek is in het ontwerp verwerkt, getuigde de positieve reactie van de gezamenlijke Natuur- en Milieuorganisaties op de ‘vergezichten’ in de gepresenteerde NOVI. Over de rol van het Rijk stellen zij: “De natuur- en milieuorganisaties zijn blij dat het Rijk met deze NOVI een deel van de regie weer naar zich toetrekt, vooral om verdere versnippering in het landschap te stoppen. Hank Bartelink, directeur van LandschappenNL: “We staan nu voor belangrijke nationale transities op het gebied van landbouw, natuur, ruimtelijke ordening, klimaat en energie. Het is van grote waarde dat er weer gestuurd wordt op onderwerpen die de provinciegrenzen overschrijden, zoals biodiversiteit, landschap en de veenweideproblematiek”.”

De ontwerp NOVI zal samen met een milieueffectenrapport (PlanMER) van 20 augustus 2019 tot en met 30 september 2019 ter inzage worden gelegd bij de provinciehuizen, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ook op de NOVI-website digitaal . Tijdens deze periode worden er informatiebijeenkomsten georganiseerd in elke provincie. Belangstellenden kunnen van 20 augustus tot en met 30 september een zienswijze indienen op de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en/of het milieueffectenrapport (PlanMER). Volg deze link voor meer informatie over de informatiebijeenkomsten en over het indienen van een zienswijze.

Website Nationale Omgevingsvisie over rolverdeling tussen overheden.

Lees de nieuwe P+ ‘Het Nederland van Straks’ over de inrichting van ons land en wat dit voor bedrijven betekent.