Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
verdeling behoefte aan warmte en energie
verdeling behoefte aan warmte en energie
24 september 2015

Adviesraad Leefomgeving bepleit Klimaatwet

Een Klimaatwet die niet voorschrijft hoeveel windmolens er nodig zijn, maar een wet die bijvoorbeeld de behoefte aan stroom voor verlichting van Nederland vervult. Dat stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) voor.

Volgens deze adviesraad van de regering is er een andere sturing nodig om tot reductie van CO2 te komen. Het gaat nu niet goed. Hoewel Nederland al jaren klimaatbeleid voert, is de CO2-emissie van de energievoorziening nog steeds niet gedaald. De raad pleit er voor om in het energiebeleid de CO2-reductie als doel te stellen en om het doel in een Klimaatwet vast te leggen.

De Rli adviseert om het energiebeleid zo in te richten dat in 2050 80 tot 95 procent minder broeikasgassen worden uitgestoten dan in 1990. In het huidige beleid is CO2-reductie slechts één van de doelen, naast energiebesparing en duurzame energie.

De Rli pleit er voor om in het energiebeleid juist niet langer te sturen op de toepassing van bepaalde technologieën of energiedragers. In plaats van een beleidsagenda die routes uitstippelt voor bijvoorbeeld ‘zon’, ‘wind’, ‘gas’ of ‘biomassa’ stelt de Rli voor om transitiepaden in te richten voor de vier fundamentele maatschappelijke behoeften aan energie:

+ lage temperatuurwarmte 
+ hoge temperatuurwarmte 
+ transport en mobiliteit 
+ licht en apparaten 

Door het beleid te richten op de behoefte aan (duurzame) energie en niet op energiedragers of –bronnen kan volgens de raad in de komende decennia maximaal rekening worden gehouden met sociale, technologische, (geo)politieke en economische veranderingen.

De raad bepleit een specifiek transitiepad voor elke energiebehoefte, met elk zijn eigen tempo en eigen kansen en belemmeringen. De specifieke invulling van elk transitiepad is aan bedrijven, burgers, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen zelf. De overheid moet hiervoor de juiste condities scheppen met onder meer internationale en Europese afspraken over CO2-reductie, fiscale prikkels, het wegnemen van belemmeringen en het faciliteren van nieuwe initiatieven. De Rli adviseert een paar honderd miljoen euro extra vrij te maken voor langlopende innovatieprogramma’s, omdat nieuwe manieren van werken, kennis en technieken nodig zijn om de energietransitie succesvol te kunnen afronden.

De te behalen CO2-reductiedoelstelling is hard en moet door middel van overeenkomsten tussen overheid en tussen CO2- veroorzakende partijen gerealiseerd worden. Wanneer de afgesproken tussendoelen onverhoopt niet gehaald worden, zal de overheid deze in laatste instantie afdwingen via wet- en regelgeving. Tussendoelen borgen het tempo van de energietransitie. De raad meent dat in het tempo van de transitie voor de vier energiebehoeften rekening moet worden gehouden met de mate waarin het beleid nationaal of internationaal gemaakt wordt. Ook moet een Europees level playing field worden geborgd. Zo pleit de raad in het transitiepad 'lage temperatuurwarmte’ ervoor, te zorgen dat de bestaande gebouwde omgeving uiterlijk in 2035 CO2-neutraal is.

Download volledig advies over Klimaatwet