Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Het Groene Brein
Het Groene Brein
06 maart 2016

Loont het om groen te zijn?

Er is nog te weinig wetenschappelijk bewijs dat baanbrekend groen ondernemen echt loont. Daarom roept hoogleraar Marko Hekkert bedrijven op zich ter beschikking aan de wetenschap te stellen.

Marko Hekkert (1971) is hoogleraar 'dynamiek van innovatiesystemen' aan de Universiteit Utrecht. Hij is hoofd van de sectie Innovatiewetenschappen en wetenschappelijk directeur van het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling. Hekkert bestudeert de opkomst van duurzame innovaties. Hij sprak daarover op de jaarvergadering van De Groene Zaak en Het Groene Brein, waar hij zitting heeft in de Raad van Toezicht.

Groene Breinbreker: Loont het om groen te zijn?

Er zijn vrijwillige en er zijn gedwongen innovaties. Hekkert citeert de Amerikaanse business-goeroe Michael Porter, met zijn beroemde hypothese: ‘Als de overheid heel streng milieubeleid voert, is dat goed voor de bedrijven die daaraan onderworpen worden.’

Volgens Hekkert plukt Nederland de vruchten van dit beleid uit de vorige eeuw, met een bloeiende recycling- en afvalindustrie, die voorop loopt als het om vindingen en processen gaat. Maar toch: “Deze hypothese gaat dus misschien op voor afvalverwerking. Belangrijk is dat je door wetgeving voorkomt dat er concurrentievervalsing optreedt en dat hoge kosten niet zo aan de orde zijn.” Maar hard bewijs dat bedrijven ook zonder wetgeving zo innovatief zouden zijn geworden? Hekkert durft het niet te geven.

Daarom blijft nog steeds de vraag overeind: zou duurzaam beleid bij bedrijven werkelijk tot veel meer duurzame innovatie leiden? Er is daarvoor volgens Hekkert net zo veel negatief als positief bewijs te vinden. “Aan de positieve kant zie je dat bedrijven veel effectiever grondstoffen zijn gaan gebruiken en daardoor competitiever zijn geworden.” Om meteen weer een terzijde te plaatsen: “Maar daardoor verander je niet de kern van de bedrijfsvoering.”

Dus wat nu als de overheid niet ingrijpt? Volgens Hekkert leidt dat tot een gunstiger uitgangsposituatie voor bedrijven met een heel goed management. “Die komen sterker uit de competitie.”

De tegenkrachten zijn echter groot. In een eerdere presentatie stelde Hekkert: “Gevestigde belangen gebruiken elke denkbare strategie om bedreigende vernieuwing te vertragen. Alles wordt daarbij ingezet. Het verspreiden van misleidende informatie. Het uitsluiten van nieuwe technologie in regelgeving en in standaarden, of zelfs het opstellen van belemmerende standaarden. Defensief patenteren, zodat vindingen niet gebruikt kunnen worden, tot en met het opkopen van innovatieve bedrijven.”

Hekkert is vooral geïnteresseerd in ‘radicale innovaties’, nieuwe technologie die de toekomst heeft en niet meer te stoppen is. Noem de opkomst van het internet. Echte vernieuwers komen echter nogal wat hobbels op hun weg tegen. “Het is voor innovatieve bedrijven lastiger de kosten snel terug te verdienen; dat duurt langer. Je moet de voorsprong dus lang volhouden. Echt voordeel is dat echte innovatie moeilijker te imiteren is. Dan heb je wel een competitief voordeel.”

Maar de tegenkrachten zijn dus niet gering. Het kan jaren duren voordat het gedrag van gevestigde partijen verandert. Traditionele bedrijven voeren het verzet tegen vernieuwing bovendien niet altijd zelf, maar laten de branche dat opknappen. De woordvoering is anoniemer, de lobby naar de politiek om strenger beleid in te voeren krachtig. Hekkert, nogmaals: “Innovatievere bedrijven ondersteunen streng beleid, dat levert competitief voordeel op. Vermijd brancheorganisaties als verandering gewenst is.”

Deze algemene ‘lessen’ toetste Hekkert in de automobielindustrie, waar hij producenten van elektrische auto’s tot de radicale vernieuwers rekent. In een publicatie in Economisch Statistische Berichten concludeert hij: “Radicale innovatie in de duurzame technologie van de elektrische auto komt vooral van bedrijven die minder winstgevend zijn in de huidige automarkt, maar die wel voldoende middelen hebben ontwikkeld om de elektrische auto te produceren.”

Om tot de conclusie te komen: “Deze studie laat zien dat radicale innovatie vooral komt van bedrijven die minder succesvol zijn in de bestaande technologie. Om deze minder succesvolle bedrijven te ondersteunen in hun innovatiestrategie, en om een transitie naar een duurzamer mobiliteitssysteem te faciliteren, worden beleidsmakers aanbevolen de vraag naar elektrische auto’s te vergroten. Dit kan verwezenlijkt worden met beleid gericht op het informeren van consumenten over elektrische auto’s, het bieden van financiële voordelen voor consumenten die een elektrische auto aanschaffen, het reserveren van parkeerplaatsen voor elektrische auto’s, en het verbeteren van de laadinfrastructuur.”

De auto-industrie is een voorbeeld, maar Hekkert wil er meer onderzoeken. “Wij weten nog niet veel van bedrijven die kiezen voor radicale opties, of bedrijven die daar hun geld nu al mee verdienen. We hebben tot nu toe vooral anekdotisch bewijs, ik zou er graag wetenschappelijk bewijs voor willen vinden.”

Daarom riep hij de leden van de Groene Zaak op om zich voor vervolgonderzoek bij hem aan te melden: “Ik roep u op uw bedrijf ter beschikking aan de wetenschap te stellen.”

Stel gratis uw eigen vraag!

Dit is aflevering 23 van de serie Groene Breinbrekers. Elke week wordt op de website van P+ een praktijkvraag gesteld aan een van de 90 wetenschappers die aan het Groene Brein zijn verbonden. P+ roept het bedrijfsleven op eigen vragen te mailen. Beantwoording hiervan is gratis. Over een uitvoeriger onderzoek kan altijd gepraat worden. Vraag mailen naar: editor@p-plus.nl

Downloads

Meer info download je hier:

Masterclass door Hekkert (563 kb)