Skip to main content
P+ Logo
Best Practices voor een duurzame toekomst
Geanne van Arkel (1970-2023)
Geanne van Arkel (1970-2023)
22 juli 2023

Geanne van Arkel was er altijd (1970-2023)

Uit de hele duurzaamheidswereld klinkt bijna bezwerend: Geanne, jij hebt je hele leven gezaaid, jouw zaailingen zijn overal opgeschoten, wij zetten jouw werk voort.

En dat is allemaal waar. En dat is zeker ook welgemeend. Maar ik denk niet dat ik ooit nog een andere Geanne van Arkel zal ontmoeten, die deze week op 53-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een heel agressieve vorm van kanker. Hoe is het mogelijk dat zij er ineens niet meer is? Iemand die zo gezond leefde en at, zo in balans was met de natuur? Iemand die altijd zo optimistisch was en zo vol energie? 


Stille kracht

Geanne van Arkel was er werkelijk altijd. Zo lang ik al over duurzaamheid schrijf - en dat is toch al meer dan twintig jaar. Telkens weer dook ze op in ons tijdschrift P+. Nu ik haar in mijn fotoarchief over al die jaren terugzoek sta ik er verbaasd over: de stille kracht van Geanne blijkt de grote constante te zijn. 

De eerste keer dat ik haar ontmoette was bij een bezoek van Ray Anderson aan Nederland, de Amerikaan die begon aan de transitie van zijn tapijtfabriek Interface. Anderson werd een lichtend voorbeeld voor alle duurzame bedrijven op deze wereld, door koers te zetten naar Mission Zero. En dat voor een producent van tapijten die volledig van fossiele brandstoffen werden gemaakt. Mijn eerste indruk van Geanne: een bevlogen pleitbezorgster. Op het gelovige af. Ze kwam woorden tekort om te beschrijven hoe geweldig de visie van Anderson was.


Een pakhuis met oude visnetten

Als MVO manager van Interface nodigde ze me keer op keer uit om verslag te doen van deze opmerkelijke klim naar 'Mount Sustainability'. We stapten in 2011 zelfs samen zelfs in het vliegtuig, naar Ljubljana, in Slovenië. Daar had de belangrijke Italiaanse toeleverancier Aquafil een chemisch proces ontwikkeld om oude kunststoffen zo te recyclen, dat deze weer opnieuw konden worden ingezet voor de tapijtproductie. We liepen samen ook door het pakhuis van directeur Bonazzi. Dat lag volgestouwd met gebruikte kunststoffen: gordijnen, kleurige jurken, maar ook afgedankte visnetten.

Dat idee nam Geanne mee terug naar huis. Ze wist Interface zo ver te krijgen om een project op te zetten waarbij vissers in de Filippijnen gevaarlijke, op drift geraakte visnetten opvisten en inleverden. Een nieuwe tapijtlijn verscheen, gebaseerd op dit bijzondere community-gedreven initiatief. Uniek, sociaal van opzet en vaak aangehaald.


Van loods tot Awarehouse

Geanne liet me ook een oude loods op de productielocatie in Scherpenzeel zien, volgestouwd met allerlei restpartijen tapijttegels. Die vond ik later terug als kleurig ratjetoe op de vloer van idealistische startups als Copper8, of op landelijke manifestaties over duurzaam ondernemen. Geanne toverde de oude hal om tot een ontmoetingsplaats voor duurzame bijeenkomsten: spitsvondig Awarehouse geheten. Ik heb er heel wat bijeenkomsten en exposities mogen meemaken. 

Het is dan ook terecht dat Geanne op haar herdenkingsdienst in de Ontmoetingskerk in Rhenen misschien wel de belangrijkste opvolger van het gedachtengoed van Anderson werd genoemd. Ikzelf zou ook niemand anders weten die voor deze eer in aanmerking zou kunnen komen.


De natuur als voorbeeld

Geanne leerde mij ook het woord 'biomimicry' kennen, produceren naar voorbeelden uit de natuur. Een nieuwe tapijtlijn was ontworpen op basis van deze gedachte, niet met een geometrisch, maar met een volstrekt willekeurig patroon. Kijk maar naar de bosgrond, zei Geanne: bladeren liggen daar ook schots en scheef door elkaar heen. In mijn fotoarchief zie ik terug dat ik de proef op de som heb genomen. In een stuk bos niet ver van Interface heb ik de bodem bedekkende bladerlaag vastgelegd, en deze in P+ naast de nieuwe tapijtlijn gepresenteerd, ter vergelijking.

Ondertussen kwam ik Geanne werkelijk overal tegen. Spontaan, zonder een afspraak met elkaar te maken. Op een denkbijeenkomst bij MVO Nederland, of op de nieuwjaarsrecepties. Op de premiere van 'Down to Earth', een film van een familie op wereldreis, op zoek naar sjamanen, medicijnmannen en andere inheemse leiders, die dicht bij de bron van het leven staan: 'Earthkeepers'.  Bij hoogleraar duurzaamheid Jan Jonker die een bijzondere conferentie organiseerde over nieuwe Businessmodellen, waar alle internationale deelnemers digitaal aan deelnamen en in aparte ‘zalen’ speciale sessies konden bijwonen. Ook weer: nooit eerder vertoond. Geanne en haar man Henkjan bouwden dit systeem. Ze zaten samen achter een lange rij met beeldschermen en draaiden aan de knoppen en maakten de schakelingen en verbindingen.

Soms zagen we elkaar ook na het maken van een afspraak, zoals in het allereerste houten hoofdkantoor in Nederland van Geelen Counterflow, of bij de TH in Delft, waar we onderzoek deden naar 'smart textiles'.


Achter de schermen

Vanuit de 'regiekamer' stimuleerde Geanne ook jarenlang al haar collega-vrouwen in de duurzaamheid, door ze als sponsor en jurylid aan de titel MVO Manager van het Jaar te helpen. Het werd een hechte vriendinnengroep, die nog steeds bestaat en dit najaar het tienjarig bestaan gaat vieren. Uiteindelijk werd Geanne ook zelf in 2018 nog MVO Manager van het Jaar, terwijl ze eigenlijk de allereerste had moeten zijn in de rij. Bij haar voelde het bijna aan als de late uitreiking van een oeuvreprijs.

Vorig jaar nog gaven Geanne en ik, ook weer spontaan, een gezamenlijk interview bij het tienjarig bestaan van wetenschapsnetwerk Het Groene Brein. We gaven adviezen aan startende jonge duurzame ondernemers. Ik wat afstandelijker, kritisch geworden op de grote ondernemingen, toch altijd de waarnemer gebleven. Geanne warm, vol overtuiging, bijna te lief voor deze wereld.


Duwen, duwen en duwen

Nu ze niet meer bij ons is, denk ik vol zelfverwijt: hoe heb ik ooit het bestaan van Geanne als iets vanzelfsprekends kunnen beschouwen? Iemand zonder enige ophef, iemand die geen controverse opriep, maar altijd bescheiden duwde en duwde en duwde en alsmaar doorging. Iemand die stil en dankbaar met kleine stapjes genoegen nam en dan toch zo’n grote opdracht had gekozen: het realiseren van een ‘regeneratieve’ wereld, een economie die zichzelf hernieuwt, ‘aangroeit’ uit afgestoten grondstoffen.

Op de Herdenkingsbijeenkomst werd de inzet van Geanne door een van de sprekers vergeleken met het ondergrondse netwerk van schimmels en paddenstoelen. Dit mycelium maakt dat bomen met elkaar kunnen communiceren en kunnen voeden, elkaar zelfs kunnen waarschuwen voor gevaar. Het is een onzichtbaar netwerk, maar van levensbelang voor het welzijn van oude bossen. Dat ikzelf niet op deze treffende vergelijking ben gekomen. 

Lieve Geanne, nu je ons als engel op aarde bent ontstegen, moge de sterren je doen verwonderen.